Welbeschouwd is armoede een heel relatief begrip. Het hangt heel erg van je omgeving en je afkomst af of je je arm voelt of rijk. Toen ik een jaar of zes was, waren we rijk, want we hadden een eigen huis. (lees: we hadden een eigen torenhoge hypotheek) en we aten iedere dag kaas als beleg op brood en dat aten heel veel anderen helemaal niet. Ook aten we iedere dag een beetje vlees bij de warme maaltijd, meestal gehakt. Dus waren we in de ogen van mijn vader rijk en dat zei hij dan ook regelmatig.
We hadden heel veel dingen
niet die nu heel gewoon zijn:
geen wasmachine,
geen centrifuge,
geen oven,
geen koelkast,
geen tv,
geen telefoon,
geen auto,
geen brommer,
geen centrale verwarming,
geen wc,
geen douche en geen bad.
(en uiteraard geen mobiele telefoon, geen computer, geen dvd speler, geen magnetron, geen koffieapparaat of andere keukenmachine, we hadden er toen geen idee van dat mensen dat ook heel gewoon zouden gaan vinden)
In onze straat was het niet veel anders, niemand had sanitair, alleen een tonnetje en een wastafel ergens op 1 slaapkamer. Een rijke buurvrouw had een tv en daar mochten alle kinderen van de straat op woensdagmiddag op de grond tv kijken.
Mijn oom, die in Appelscha woonde, had zowaar een auto! Daar heb ik wel eens in gezeten. Een hele belevenis! In onze straat had niemand een auto.
Die kaas op brood aten wij, omdat mijn vader bij de zuivelfabriek werkte en hij goedkope, feitelijk afgekeurde kaas kon kopen, want deze kaas had of een sterke kuilsmaak, of er zaten beschimmelde scheuren in, of er zaten boorgaten in die de keurder er in gemaakt had om de kaas te keuren. Dergelijke kaas mag tegenwoordig helemaal niet meer verkocht worden.
Wat hadden we wel? Iedere dag genoeg te eten, voldoende passende kleding, een warm bed (met kruiken), de radio als bron van vermaak (met kinderkoren, met hoorspelen en wat niet al). En ook: een gratis school waar mijn broertje en ik van alles konden leren.
Er zijn nog steeds heel veel mensen op deze wereld die heel weinig bezit hebben. Op zich niet erg, als je maar voldoende eten hebt en beschut bent tegen de elementen en de kinderen de kans krijgen om zich te ontwikkelen.
Het is alleen wel zo, dat als je sociale participatie wilt, je toch wel wat meer nodig hebt dan waar mijn familie het in de jaren 50 mee deed.
Als je nu geen computer hebt en geen telefoon, dan wordt het in Nederland lastig om sociaal te participeren en ik denk dat dit voor de meeste landen buiten Nederland ook geldt.
Zou jij zonder computer, tv en zonder telefoon kunnen?