Goedkoop kamperen

Vorige week donderdag publiceerde ik een gastblog over kamperen. Ik heb vroeger heel veel gekampeerd.
We gaven dan nauwelijks meer geld uit dan dat we dat thuis deden.
Hoe deden we dat?
We fietsten, dat kost helemaal niets aan benzine, je hoeft geen tol te betalen, je gebruikt je eigen spierkracht en je wordt onderweg steeds sterker en fitter.
Als we de keus hadden, dan kozen we voor goedkope campings, campings met heel eenvoudig sanitair, zonder stroomvoorziening op de kampeerplaats en geen georganiseerd vertier, zoals een camping municipal (gemeentecamping) in Frankrijk en een Staatsbosbeheer camping in Nederland. De campings van staatsbosbeheer liggen ook nog eens in prachtige, rustige natuurgebieden, dan heb je helemaal geen georganiseerd vertier nodig.
Omdat we fietsen, hadden we een lichtgewicht tentje, matjes en lichte slaapzakken. Dat is eenmalig een investering, maar die heb je er snel uit. We fietsten op fietsen die door mijn vriend onderhouden werden. Hij was een uitstekende fietsenmaker en kon ook onderweg reparaties uitvoeren. Ik had op een vakantie een wiel dat niet goed in balans was, waardoor er een aantal spaken braken. Onderweg zette hij er dan nieuwe spaken in.
Ik vond fietsen op vakantie heel erg leuk. In de auto ben je onderweg op een snelweg en zie je feitelijk heel weinig van de omgeving. Wij fietsten in een rustig tempo langs mooie weggetjes en stapten af als er iets leuks te zien was: een oud kerkje, een ruïne, een kasteel.
Het gaf mij ook een kick om bijvoorbeeld te fietsen van Groningen naar Oostenrijk en dan via Zwitserland weer terug. Helemaal zelf op eigen kracht!
Met de kinderen fietsten we minder ver en bleven we in Nederland, maar ook dan goedkope campings en gingen zelf ons vertier zoeken: lezen, wandelen, zwemmen, spelen met eenvoudig meegebracht buitenspeelgoed en gevonden takken etc.