Geld in de jaren 80

Wat is er in de afgelopen 35 jaar op het gebied van geld veel veranderd!

Nu kan je in Nederland op ieder moment je banksaldo digitaal checken.
35 jaar geleden kreeg je wekelijks een bank- of giroafschrift en daarop kon je checken of er geld bij of af was gegaan.  In de tussentijd had je geen idee als je niet zelf bijhield wat je banksaldo was. En dan kon het gebeuren dat je geld wilde ophalen en je onvoldoende saldo had. Dat onvoldoende saldo kan nu natuurlijk ook, maar je hebt meer digitale mogelijkheden om je saldo te checken.

Betaalautomaten in winkels waren er nog niet. Je  betaalde in winkels gewoon contant of met een bankcheque of girobetaalkaart.
Betalen van huur, belasting, energie etc: dat deed  je met een acceptgirokaart of een overschrijvingskaart. Die gingen in een speciale gratis giro of bank enveloppe en die deed je op de bus. Betalen kon ook toen al via automatische machtiging, zodat het geld automatisch geïnd werd. Dat deed ik met de huur en de ziekenfondspremie. 

Toen kon je bij de bank geld halen en daarmee betalen en verder kon je met een girobetaalkaart betalen. Maar pinnen als betaling kon ik toen nog niet. Wel waren er rijke mensen die een creditkaart bezaten, maar daar hoorde ik als minima niet bij.

Geld uit de muur halen, uit de "flappentap" zoals die destijds genoemd werd. Kon pas eind jaren 80. In 1986 werd de eerste giromaat van de Postbank geïnstalleerd, maar het duurde toen nog jaren voordat ik hier in de stad Groningen geld uit een geldautomaat kon halen.
Toen werd ook de pincode ingevoerd.
In die beginperiode kon je ook alleen bij je de geldautomaat van je eigen bank geld halen en ik kon als klant van de Postbank niet geld halen bij een automaat van bijvoorbeeld de Rabobank. Volgens wikipedia kon het wederzijds gastgebruik van geldautomaten pas vanaf 1998. 
Vóór de invoering van de geld- en betaalautomaat en de pincode was een betaalpas of giropas nodig om te tonen bij gebruik van betaalcheque of girobetaalkaart.