zondag 20 augustus 2023

Gebruik gezondheidszorg vroeger

Bijna een eeuw geleden en langer zag de gezondheidszorg er heel anders uit dan nu. Mensen gingen niet naar de huisarts of naar het ziekenhuis. Tenminste, arme mensen niet. Alleen mensen die het geld daarvoor hadden gingen naar een arts.
Mijn oma vertelde over een broertje dat ernstige diarreeklachten had. Hij kreeg als "medicijn" een paar lepels gesmolten vet en dat was het dan. Hij overleed er gelukkig niet aan.  Alle 3 de broers van mijn oma zijn in leven gebleven, maar gesmolten vet lijkt mij niet goed voor een kind met diarree. Ondanks dat overleefde hij.

Mijn moeder hoestte rond haar 10e heel erg. Ze had donkere kringen rond haar ogen (dat is zichtbaar op foto's) en ze had erg weinig eetlust, waardoor ze vermagerde. Mijn grootvader verbood haar te hoesten, dat was aanstellerij en ze mocht niet naar de huisarts, nergens voor nodig.
Zo'n 20 jaar later bleek dat mijn vader tuberculose had, meegenomen uit Duitsland want opgelopen tijdens zijn periode als dwangarbeider. Iedereen in de naaste omgeving werd onderzocht en doorgelicht met een röntgenapparaat en toen bleek dat mijn moeder tuberculose gehad had. Vrijwel zeker in haar jeugd, toen ze zich van haar vader niet zo had moeten aanstellen.
Het is onduidelijk of mijn moeder begin jaren '30 anderen besmet heeft met TBC, haar ouders en broer in ieder geval niet, misschien klasgenoten, maar dat was niet meer te achterhalen. Het is wel duidelijk dat zij er op eigen kracht van hersteld is. Dus achteraf had mijn grootvader wel een beetje gelijk, een dokter was niet nodig. Maar toch maar beter van wel, hoewel er toen nog geen antibiotica beschikbaar was en genezing met andere middelen vaak alleen kon door kuren in een sanatorium.

Nog even een toelichting over TBC, dit vond ik op Wikipedia:
De sterfte aan tuberculose is mondiaal gezien ongeveer gelijk aan die door verkeersongevallen. ........................................
Nederland had in het jaar 1900 ongeveer vijf miljoen inwoners, jaarlijks stierven er toen ongeveer 10.000 mensen aan tuberculose, terwijl in totaal jaarlijks 90.000 mensen kwamen te overlijden. Dit is relatief gezien ongeveer driemaal de huidige sterfte aan longkanker.

Ik vind dat de gezondheidszorg toch echt flink verbeterd is. In Nederland tenminste. In landen buiten Europa is het misschien nog wel hetzelfde of erger als destijds.
Ik ben er blij mee.

Heb jij ook voorbeelden van familieleden die in de periode voor de 2e wereldoorlog geen medische hulp zochten?

11 opmerkingen:

  1. Mijn opa (1900) heb ik nooit gekend hij stierf in 1938 aan een longontsteking omdat hij moest helpen het Amsterdamse bos aan te leggen. Dat was een werkverschaffingsproject van Amsterdam omdat er zoveel werkloosheid was. Via mijn moeder heb ik begrepen dat er geen geld was voor een arts. Antibiotica was er wel maar dat was destijds niet weggelegd voor mensen als mijn oma en opa. Gelukkig is de zorg 'an sich' zoveel beter geworden maar ik denk wel dat er ook nu een tweedeling aan het ontstaan is. Ik doe vrijwilligerswerk in een buurthuis en hoor steeds vaker dat mensen 'het nog even aanzien' i.v.m. het hoge eigen risico en steeds meer medicijnen en andere zorg die niet meer in het basispakket zitten. Het is uiteraard niet nodig om voor ieder wissewasje de dokter te raadplegen maar al die overnames van huisartsenpraktijk door commerciële partijen baart mij wel zorgen. Fijne zondag!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Van de week een stuk gelezen over de opkomst van de commerciële huisartsenpraktijk en het baart mij ook zorgen! Ik ken geen verhalen van mijn grootouders mbt dit onderwerp, wel weet ik dat mijn moeder (1943) een slecht gebit had omdat er in haar jeugd weinig geld aan de tandarts werd uitgegeven. Zij heeft rond haar 35e haar gebit mooi laten maken met kronen en daarna durfde ze pas voluit te lachen.

      Verwijderen
  2. Nou, mijn oma woonde met haar gezin vlakbij "het academisch" en daar stuurde ze haar kinderen naar toe, het liefst alleen en ze werden altijd geholpen.
    Ze waren heel erg arm.
    Marijke

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ik ben in 1951 geboren, en 11 jaar later kreeg ik de ziekte van Pfeiffer.
    Mijn moeder vond mij een dromer en een lui kind, ik moest gewoon naar school, de boodschappen doen, mijn zusje van school halen, de afwas doen en extra leren voor mijn toelatingsexamen voor de Middelbare school.
    Pas toen mijn tante, die verpleegster was, op bezoek kwam, werd het herkend, maar toen was het al bijna voorbij.
    Mijn moeder wilde ook helemaal geen kinderen, want daar hield ze niet van.
    Maar zij wist niet hoe zij het moest voorkomen, en mijn vader kennelijk ook niet, dus zij heeft er drie gehad.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. In de jaren waar jij over schrijft was er de schoolarts. Hij/zij kwam 1 keer per jaar op school en onderzocht alle kinderen. Tenminste wel op de openbare lagere school die ik bezocht, maar ik denk ook wel op andere scholen. Ook kwam de schooltandarts. Waar ik veel aan gehad heb, mijn ouders gingen niet met mij naar de tandarts hoewel ik zichtbaar gaatjes in mijn gebit had.
      In de jaren vijftig waren er heus voorbehoedsmiddelen te koop.
      En mensen wisten toch wel hoe een zwangerschap te voorkomen ?
      Ik denk trouwens dat het goed zou zijn om dat systeem van schoolartsen en schooltandartsen weer in te voeren.

      Verwijderen
    2. Wat een nare reactie . U kunt en mag nooit denken het verleden van anderen te kunnen manipuleren .

      Verwijderen
    3. Dat doe ik niet. Hoe komt u erbij. Mijn ervaring met gezondheidszorg in die tijd is heel anders, vooral de zorg op scholen. Ook over het voorkomen van zwangerschap was in die tijd voorlichting. Wat is er naar aan mijn reactie ? Wat naar is zijn de ervaringen van Titia, met name haar moeder die liever geen kinderen had gekregen.

      Verwijderen
  4. Mijn overgrootmoeder is rond 1947 overleden aan TBC, dat was toen bij haar niet meer te genezen. Haar gezin werd in het dorp gemijd, want niemand wilde TBC oplopen. Mijn oma (haar dochter) en mijn moeder en haar broers en zussen stonden nog jaren onder controle om te kijken of ze niet toch ook TBC opgelopen hadden. Gelukkig heeft verder niemand het in ernstige mate gekregen.

    TBC is een ziekte die helaas blijft voorkomen, al is dat in Nederland veel minder dan vroeger. Er bestaan nu geneesmiddelen tegen en is er zelfs een vaccinatie voor die je bijvoorbeeld kunt nemen als je op reis gaat naar een gebied waar veel TBC voorkomt.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Wij stonden ook jarenlang onder controle. Er was een speciaal consultatiebureau voor waar we ieder jaar naar toe moesten. Toen ik een baby was lag mijn vader in een sanatorium en ik ben toen gevaccineerd met een BCG vaccin.

      Verwijderen
  5. Een broer van mijn moeder trok, met een tang, zelf een pijnlijke kies!
    Thea

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Mijn moeder was uit 1925 en ze heeft drie broertjes verloren aan difterie. Ze heeft geholpen ze te verplegen, een dokter kwam er niet aan te pas. In 1937 was dat.

    BeantwoordenVerwijderen

Reageren is leuk, graag zelfs, maar onzinnige, racistische of kwetsende reacties naar mij of anderen, reclame voor politieke partijen en ook reacties met nep-informatie (bijvoorbeeld complottheorieën) worden niet geplaatst.

Over verwijderde of niet geplaatste reacties ga ik niet in discussie.