Mei 1985
Op 30 mei 1985 was ik hoogzwanger en 's ochtends vroeg braken de vliezen. Mijn vruchtwater was groenig en niet helder van kleur. Dus dat werd bevallen in het ziekenhuis!
In het ziekenhuis werden de harttonen gezocht en die werden niet gevonden. De conclusie van de gynaecoloog was dat het kindje in mijn buik helaas overleden was.
We waren enorm verdrietig. Ons allereerste kindje leefde niet meer en ik moest nog bevallen.
Een ingeleide bevalling volgde en het kindje, een dochtertje, werd in de nacht middels een tangverlossing geboren. Ik was ondertussen onder narcose gebracht.
Door de artsen werd aangeraden het kindje niet te zien, dat zou te akelig zijn. De verpleegkundige van dienst was een andere mening toegedaan. Het zou voor de verwerking juist goed zijn haar wel te zien. Anders zou ik in mijn fantasie misschien een veel naarder beeld maken dan dat het kindje er in werkelijkheid uit zag. Ik heb het advies van de verpleegkundige opgevolgd en ik heb haar wel gezien. Het was een prachtig kindje, met alles er op en er aan. Lieve krulletjes, een mooi lijfje. Niets engs en verschrikkelijks. Het leek alsof ze sliep.
Het was in 1985 stralend mei-weer, net als naar verwachting vandaag. Een blauwe lucht en er bloeide van alles, de wereld leek vol met leven, alleen ons kindje leefde niet meer. Ze bewoog de avond tevoren nog in mijn buik. Achteraf gezien is ze in de nacht of aan het begin van die 30e mei overleden.
Om deze tijd van het jaar denk ik er nog vaak aan terug. Over de wanhoop en de twijfel of het ooit zou lukken een kind te krijgen dat wél leefde. Over het verlies, nog voordat ik haar in de armen kon nemen.
Hoe is het nu?
Nu, na 35 jaar, denk ik er niet meer dagelijks aan. Maar als er in mijn omgeving kinderen worden geboren, zoals nu met mijn 3e kleinkind, dan komt er veel weer terug.
Wat mij indertijd erg stoorde was de manier waarop er met zwangerschap omgegaan werd. Je was in blijde verwachting, je kreeg een blijde doos. Ook tijdens de zwangerschapsgymnastiek had niemand ook maar iets verteld over dat het soms ook mis gaat.
Ik had geen idee dat dit zou kunnen gebeuren, wel had ik gehoord over wiegendood en over een miskraam, maar dat je met 39,5 week zwangerschap een dood kindje zou kunnen krijgen, daar had ik geen moment bij stilgestaan. Alle controles waren goed, het was een voorspoedige zwangerschap. Het was voor ons een donderslag bij heldere hemel!
Als er nu iemand zwanger is, dan heb ik de neiging om te zeggen: ga er niet van uit dat het levend geboren wordt. Ik zeg niets hoor, want de kans dat er iets mis gaat is heel klein. Nog veel kleiner dan 35 jaar geleden, omdat de zorg voor zwangeren nu veel beter en intensiever is dan destijds. Ik wil vrouwen niet bang maken. Mijn dochters kenden mijn verhaal wel en waren misschien tijdens de zwangerschap iets angstiger dan andere zwangeren. Gelukkig ging alles bij hen goed, hoewel ze beiden zware bevallingen moesten doorstaan. Maar ik vond hun zwangerschappen en bevallingen doodeng! Stel je voor dat het mis gaat!
Waarom schrijf ik er nu over?
Omdat ik destijds rare dingen tegenkwam.
- In de gegevens van de sociale dienst stond tot in 1992 dat ik een kind had geboren in 1985 en één in 1986. Mijn jongste stond niet vermeld en mijn eerste kindje wel, hoewel die bij de geboorte niet meer leefde. In heb zelf in 1992 om herziening van mijn gegevens gevraagd, daarvóór vond ik het te pijnlijk om er werk van te maken.
- Toen ik in 1986 weer zwanger was, inmiddels 30 weken, vroeg de interniste wanneer ik ontzwangerd was. Ontzwangerd, hoe bedoelt u? Ik ben nu zwanger, toch? De vraag ging over mijn vorige bevalling, de bevalling van mijn kindje dat niet meer leefde.
- Ook waren er mensen die verbaasd waren dat ik jaren erna nog steeds verdriet had van dit doodgeboren dochtertje: je hebt toch nu twee gezonde kinderen? Waarom zou je nog steeds verdrietig zijn? Dit waren dan vrouwen bij wie alles voorspoedig ging, geen miskramen, direct zwanger op het gewenste moment. Anderen die één of meer miskramen gehad hadden, wisten heel goed dat je jaren later verdrietig kunt zijn, ook al hebben ze inmiddels gezonde kinderen.