Ik ben geboren in het jaar 1952 en toen at en dronk men heel anders dan nu.
We aten thuis weinig anders dan aardappelen, vlees en groente. Heel zelden een keertje kapucijners of bruine bonen. Soms stamppot of zo. Dat was dan meestal stamppot boerenkool, zuurkool, stamppot koolraap of hutspot.
Van pizza of macaroni of welke pasta dan ook, had ik nog nooit gehoord. Ik at pas op mijn 19e mijn eerste pizza. En nasi of bami aten we nooit, niets Chinees/Indisch, Italiaans en uit eten gaan deden we alleen ter gelegenheid van een heel bijzonder jubileum van mijn grootouders, maar anders niet.
Ik wist wel dat Indisch eten bestond. We hadden een Indische buurvrouw en die maakte vaak Indische gerechten, waar ik wel eens een hapje van mocht proeven. Hi hi, die rijst smaakte totaal anders dan onze rijstepap! Het rook in haar keuken ook heel anders. Thuis aten we dat soort eten niet!
Wat aten we verder niet?
Geen diepvriesproducten, want niemand had een vriezer.
Geen paprika, geen courgette, geen aubergine, geen broccoli, geen tomaten in de winter, geen rucola, geen champignons, geen knoflook, geen verse kruiden,
Geen ander fruit dan appels, peren, sinaasappels, mandarijnen, citroenen, druiven en bananen + kleinfruit zoals aardbeien, frambozen, kersen en bramen.
Ananas was er wel, maar alleen in blik.
Maar dus geen kiwi's, geen avocado, geen blauwe bessen, geen mango's of meloenen. Het aanbod was een stuk kleiner dan nu.
Wat er nu is, is werkelijk overweldigend veel! Vroeger was er bijvoorbeeld 1 soort tomaten, tegenwoordig heb je heel veel soorten. De eerste vleestomaten at ik op vakantie in Spanje, toen ik 14 was. Daar at ik ook mijn eerste olijven en inktvis.
Toen ik een kind was, aten we 's middags warm. Mijn vader kwam naar huis van het werk, de lagere school had tot 2 uur middagpauze. Meestal dus aardappels, vlees (een beetje rundvlees of een half-om-half gehaktbal) en groenten van het seizoen en op zondag een zelf-gekookt toetje. In de zestiger jaren soms ook een saroma toetje, met poeder dat je door de melk kon kloppen, even laten opstijven en klaar was je toetje.
Suiker aten de ouders en zussen van mijn vader in overvloed. Ze aten tomaten op brood, met suiker, aardbeien met suiker, mijn oma maakte mierzoete zelf gekookte toetjes. Er werd suiker door de kropsla gedaan.
Drinken: wij kinderen dronken thee, met melk en ook bekers melk. Mijn (groot)ouders dronken vaak koffie of thee. Sterke drank of bier was er nooit, niet voor volwassenen en zeker niet voor kinderen. Ook niet bij verjaardagen, hooguit frisdrank zoals sinas of appelsap. Bij verjaardagen werd ook wel chocolademelk geschonken, dat was voornamelijk voor kinderen.